Zingen

 

Hans in Wedgeview Studios_klein

uk

 

We zitten nu in de laatste fase van het opnameproces. Die fase is voor mij als zanger misschien wel de spannendste. Ik kan aardig gitaarspelen, en mijn liedjes zijn niets minder dan sensationeel (had ik dat al gezegd?) maar zingen… dat is andere koek. In mijn dromen wil zich nog wel eens een Paolo Nutini of Lowell George in mijn strottenhoofd nestelen, maar tegen de tijd dat ik aan het ontbijt een alinea uit de Volkskrant column van Sheila Sitalsing voorlees hoor ik mijn vertrouwde reutel weer. Ik zeg het eerlijk, ik vind mezelf geen geboren zanger. Eerder een zelfverklaarde.

Een van de voorlopers van The Dutch was Special Thanx, en dat was een instrumentale band. Maar toen wij het tot huisband van The Last Waterhole – toen nog op de Amsterdamse wallen – hadden geschopt, wilden we gaandeweg wat vocale nummers toevoegen aan onze setlist. Tussen de langgerekte jazzrock solo’s doken After Midnight en Cocaine op, beiden van onze held JJ Cale, en een funky huisliedje dat draaide om de zelf geschreven regels “At the Last Waterhole / sitting here / doing nothing at all”. Iemand moest die nummers zingen. Misschien was ik toen net iets meer alfamannetje dan Bert, Klaas, Jan en Frans. Huba had het in elk geval te druk met haar viool om ook nog aan zingen te denken. Ik eiste de microfoon op zoals Clarence Seedorf ooit de penalty. Volledig ongeoefend schreeuwde ik de teksten de zaal in, ik moest het hebben van mijn bravoure. Na afloop was ik steevast hees. Ik nam wat zanglessen, waarna ik zoals men zegt in een hogere staat van verwarring terechtkwam: ik wist nu dat je “de hoge noten naar beneden moet denken” en “vanuit je buik” moet zingen. Dat hielp niet veel. Ik troostte me met de gedachte dat het in de popmuziek om “vent” draait in plaats van “vorm”. Het leek mij onwaarschijnlijk dat Peter Hammill of Bob Dylan hun hoge noten “naar beneden dachten”.

Toen Klaas, Bert, Jan en ik met The Dutch begonnen lag het dan ook voor de hand wie de zanger zou worden. Bovendien was ik in die tijd een en al Sturm und Drang en maalde niet om een valse noot hier en daar. Voor onze eerste plaat Working In Los Alamos namen wij liedjes op die ik nu nog steeds bijzonder vind. Toch kan ik er alleen nog met de grootst mogelijke moeite naar luisteren, vanwege de stem van de zanger. Ben ik dat? Die jongen met die rare uithalen? Geldingsdrang en gêne: een schurende combinatie. Dat ik mezelf maar moeilijk kan aanhoren schijnt trouwens niets bijzonders te zijn: veel zangers en zangeressen lopen graag een blokje om als hun muziek wordt opgezet. Het heeft misschien iets te maken met het feit dat je eigen stem, wanneer je geluid voortbrengt, anders klinkt dan hoe de ander hem hoort, omdat het geluid niet alleen in de lucht voor je resoneert, maar ook in je schedel, aan de andere kant van je trommelvlies. Zoals je spiegelbeeld lijkt op hoe je er op foto’s uitziet, maar toch niet hetzelfde is.

Later werd ik me meer bewust van mijn tekortkomingen, pardon, van mijn kracht, en op het derde album van The Dutch, Under The Surface, vind ik de zang zelfs aanvaardbaar. Misschien was ik toch wel een soort van zanger, sterker nog, misschien werd ik steeds beter!

Voor de nieuwe plaat nemen wij de zang op in de Wedgeview Studios. Een fijne ambiance in het landelijke Woerdense Verlaat, temidden van kippen, alpaca’s en een fotogenieke camper. Daar hangt een goudkleurige AKG microfoon waarmee ik de afgelopen tijd een grimmige strijd uitvocht. Het onbarmhartige ding registreert de miniemste trillertjes en oneffenheden in mijn stemgeluid. Even later braken de studiospeakers het kale resultaat van mijn vocale kunsten meedogenloos uit. Mijn vrienden moedigen mij aan: goed gezongen, Hans! Ik hoor slechts een dorre vlakte waarop poliepen en keelslijm vrij spel hebben. Ik kan niet wachten tot Wout de Kruif, onze studiotechnicus, galmpjes en echootjes heeft toegevoegd aan mijn zangspoor om de pijn, mijn pijn, te verzachten. Pas daarna breekt de zon, die het Woerdense landschap de hele dag uitbundig heeft verwarmd, weer door in mijn kop. Het wordt een fantastische plaat. Dat hoor ik nu ook.

 

18 maart 2016


Terug naar de blog pagina

 

 

Share this on:

2 antwoorden op “Zingen”

  1. Er is bij muziek maken…en dus ook zingen….altijd maar 1 vraag…….raakt het de mensen ?
    Ik twijfel daar geen seconde aan !

  2. Eerlijk hoor.
    Ik heb nooit iets gemerkt van al deze onzekerheden.
    Zo zong jij gewoon. Dat was prima en zal nu nog steeds prima zijn, of zelfs beter dan prima!
    Kan niet wachten om het te horen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.