Ik ben helemaal niet maatschappijkritisch
Dezer dagen gaan op de sociale media verschillende filmpjes rond waarin Frank Zappa waarschuwt voor het verbond van fascisten en evangelisten dat de Amerikaanse democratie bedreigt. De bedoeling is natuurlijk om te laten zien dat Zappa veertig jaar geleden al voorzag wat zich nu in alle openheid ontvouwt. Het is frappant hoe krachtig hij in die interviews redeneert. Terwijl zijn tafelgenoten, voor wie de term fascistische theocratie kennelijk volkomen nieuw is, nog een beetje tegensputteren, wijst Zappa ongenaakbaar op de feiten, onderwijl lurkend aan een sigaartje.
Afgelopen weekend was ik een van de “verwarde mensen die meeliepen in een pro-Hamas demonstratie”, in de woorden van onze populairste politieke leider. Den Haag kleurde rood van de mensen die de constante stroom van genocidale beelden niet meer aankunnen en de boven ons gestelden ter verantwoording roepen. Voort schuifelend in de menselijke rode lijn had ik tijd om na te denken over mijn eigen rol. Kon ik meer doen dan een dagje opgaan in een mensenmassa die zijn afkeer laat blijken van onze radicaal rechtse regeerders die maar blijven beweren dat Israël zich aan het verdedigen is? En hoe zit het met mijn collega artiesten, wanneer laten die zich eindelijk eens luid en duidelijk horen? Waar blijft de nieuwe Frank Zappa?
Eerst maar even over mezelf. Ik trad op 29 oktober 1983 op tijdens de grootste demonstratie die ooit in Nederland is gehouden, tegen de stationering van kruisraketten in Nederland. 550 duizend deelnemers luisterden op het Malieveld naar toespraken van Mient Jan Faber en Joop Den Uyl, en naar This is Welfare. Dat vervult mij nog steeds van een zekere trots. Je kan mij er niet van betichten dat ik niks probeer. Ook later heb ik geëngageerde teksten geschreven, over het hardvochtige vluchtelingenbeleid, over rechtse gekkies, over de speciale plek in de hel die van mij mag worden ingericht voor finfluencers en nog veel meer. Begrijp me goed, ik ken mijn plek, ik ben geen dichter, van alle tijd en energie die ik steek in mijn muziek gaat maar een klein deel naar de teksten. Hoewel recensies van onze albums steevast voor 95% gaan over de teksten, heb ik daar hooguit 5% van de tijd op gezwoegd. Mijn teksten kunnen gaan over alles wat mij bezighoudt. Over kunst, over oude vrienden, over (klein)kinderen en dus ook over politiek.
(Even tussendoor: wij worden vaak een “maatschappijkritische band” genoemd maar ik ben helemaal niet maatschappijkritisch, eerder antimaatschappijkritisch. Ik ben helemaal vóór de maatschappij, vóór de samenleving, en juist tegen alles wat de democratische rechtsorde bedreigt. Zo bezien moet je eerder Wilders, Orban, Trump, Musk, LePen en hun autocratische geestverwanten van maatschappijkritiek betichten).
Anders gezegd: ik kan rood gekleed de straat op gaan en mijn ongenoegen laten blijken over onze extreemrechtse regering, maar ik heb via mijn werk nóg een uitlaatklep, hoe onbetekenend ook. Ik heb niet de illusie iets in beweging te kunnen zetten met de songteksten van The Dutch. Maar misschien geeft het sommige luisteraars een fijn gevoel dat er meer mensen denken en voelen zoals zij, net zoals veel mensen dat in Den Haag gedacht en gevoeld moeten hebben, in 1983 en afgelopen weekend.
Ik las een column van Robert van Gijssel in de Volkskrant, waarin hij zich net als ik afvroeg waarom de mainstream van popmusici zich kennelijk niet wil branden aan politiek actuele thema’s. Wel zijn er artiesten die een ongetwijfeld goedbedoeld maar nogal gratuit gebaar maken door een Palestijnse vlag aan het drumpodium te hangen of een t-shirt in de Oekraïense kleuren te dragen, om vervolgens weer over zogenaamd universele zielenroerselen te zingen. Zelf heb ik niet het charisma of de oratorische gaven van Frank Zappa. Maar ik vraag me af of zijn opvolger niet allang rondloopt in de muziekwereld. Misschien wordt die niet opgemerkt doordat we inmiddels van onze artiesten verwachten dat ze tekstueel keurig binnen de lijntjes kleuren, omdat ze niet het risico willen lopen een deel van hun publiek tegen zich in het harnas te jagen. Het is tijd dat de Femke Halsema van de Nederlandse popmuziek opstaat.
19 mei 2025
Ik stond op 29 oktober 1983 op het Malieveld te luisteren, als 17-jarige. Je hebt mij in ieder geval in beweging gezet. Nou zoek ik het wel liefst zoveel mogelijk in het universele, maar dat is geen hindernis voor maatschappijkritiek (taalkundig interessante kronkel van je, die over dat fenomeen, maar niet zo praktisch, want iedereen weet dat er kritiek op ontwikkelingen in de maatschappij mee bedoeld wordt). Wel een nadeel van mijn huidige afhankelijkheid van verwerking van mijn teksten in een band, waardoor mijn soms acuut vurig bedoelde lyriek pas jaren na relevante dato het licht ziet. (Aan de andere kant is dat band-mechanisme natuurlijk ook fascinerend en heeft het een eigen kunstzinnige waarde.)
En gelukkig bestaat Hang Youth. Maar punk, die zich nooit heeft neergelegd bij gezapigheid en sowieso maatschappijkritisch is, is natuurlijk niet wat je bedoelt. Dit land ontbeert sinds het verscheiden van Bram Vermeulen inderdaad aan een mainstream grootheid met grote smoel, zoals Springsteen en Young. Of David Rovics.
Maar die bestaan en jij ook en jij strekt voor mij in ieder geval als een van de voorbeelden, zelfs als je je eigen maatschappijkritiek summier vindt (wat-ie niet is).
En waar ik ‘, waardoor’ typte moest ‘is dat’ staan, dat ‘aan’ achter inderdaad was inmiddels overbodig en ‘strekken als’ had natuurlijk ‘strekken tot’ moeten zijn. Stop de tijd. Niet. Nooit de tijd willen stoppen. Gaat niet lukken. Is falend concept, net als terugwillen naar wat nooit was. Ik geloof dat ik een beetje vermoeid ben van het draaien van back-to-back diensten.l Maar je vangt mijn drijven.
Ik vang je drijven Chielie. En ik zie je vast binnenkort weer. Ik kijk ernaar uit.